Bij PestiNext® willen we bedrijven en huishoudens helpen om zonder gebruik van giftige bestrijdingsmiddelen overlast van ongewenste beestjes te voorkomen. Met onze innovatieve GPM (Gifvrij Plaagdier Management) methode bieden we een duurzame en milieuvriendelijke oplossing voor plaagdierproblemen.
Door te focussen op preventie, wering, verjaging en het optimaliseren van hygiëne, zorgen we ervoor dat je een veilige en schone omgeving behoudt zonder schadelijke chemicaliën. Wij werken zelf altijd volgens deze methode in de praktijk en bewezen keer op keer dat plaagdierbeheersing effectief én gifvrij kan zijn.
Soms lukte het echter niet om 100% gifvrij te werken, maar zelfs in die gevallen minimaliseer en we het gebruik van schadelijke middelen zoveel mogelijk.
Samen streven we naar een toekomst waarin jouw omgeving vrij blijft van ongewenste beestjes zonder schadelijke middelen. Hier geef ik een beschrijving van de door PestiNext® ontwikkelde Gifvrij Plaagdier Management methode.
Een goed plaagdierbeheersplan vereist een grondige kennis van de materie en volgt onze gpm (gifvrij plaagdier management) methode. Bij PestiNext® werken we met deze door ons ontwikkelde methode, waarbij we nooit biociden gebruiken. Het gebruik van biociden was en is nog steeds niet altijd nodig. We helpen je graag met gifvrije verjaag- en vangsystemen, weringsmaatregelen en het optimaliseren van de algemene bedrijfshygiëne. Het opvolgen van onze adviezen en de samenwerking en communicatie met iedereen binnen je bedrijf zijn de sleutel tot succesvolle ongediertepreventie.
GPM richt zich op het voorkomen van de aanwezigheid van plaagdieren. Gebruik van giftige bestrijdingsmiddelen maakt daar bij ons geen deel van uit. De insteek van de GPM-aanpak is om dieren niet te doden, maar problemen op te lossen door structurele oorzaken weg te nemen. Daarom geven we de voorkeur aan de term “plaagdiermanagement of preventie” boven “ongediertebestrijding”.
Onze aanpak gaat verder dan de ipm-werkwijze. Gifvrij Plaagdier Management, GPM, is onze eigen ontwikkelde methodiek. Samenwerking en communicatie zijn daarbij essentieel. Werken met dit open GPM-model betekent afstand nemen van traditionele ongediertebestrijding en overgaan naar een aanpak gebaseerd op preventie. Weloverwogen omgaan met factoren zoals voedsel, temperatuur, luchtvochtigheid, en keuze voor materialen zijn belangrijke aspecten. Zo kunnen er bijvoorbeeld ook vallen ingezet worden in plaats van rodenticiden.

Gifvrij Plaagdier Management volgens PestiNext® richt zich vooral op het voorkomen van de aanwezigheid van plaagdieren. GPM is geen standaard voorschrift, maar een goede manier van samenwerken en communiceren. In het kader van duurzaamheid en milieu verdient Gifvrij Plaagdier Management de voorkeur, en dat is waar wij voor staan. Binnen Gifvrij Plaagdier Management speelt de totale kennis over het plaagdier en de interactie op de plek waar deze overlast veroorzaakt een grote rol. Het wegnemen van de eerste levensbehoefte van het plaagdier, zoals vocht, voeding, schuil- en nestelgelegenheid, zorgt ervoor dat er minder of zelfs geen chemische middelen nodig zijn om de overlast te verminderen. Dit is de belangrijkste regel bij de introductie van Gifvrij Plaagdier Management.

Bij de uitvoering van werkzaamheden passen we Gifvrij Plaagdier Management toe. Bij het opstellen van het preventie- en/of bestrijdingsplan beantwoorden we de volgende vragen:
Belangrijk: Medewerkers informeren is cruciaal. Zij moeten het nut inzien van optimale ongediertepreventie en weten wat er gaande is. Betrokkenheid van medewerkers laat in de praktijk verbluffende resultaten zien, en is van cruciaal belang voor het beste resultaat.

Het managen van overlast veroorzaakt door plaagdieren door middel van integratie van alle elementen die een rol spelen, is essentieel. Dit geïntegreerde systeem, waarvan de verschillende componenten een samenhang hebben, omvat:
Alle elementen die overlast door plaagdieren of houtaantastende organismen kunnen veroorzaken en/of bevorderen, moeten in kaart worden gebracht. Afhankelijk van de situatie worden de volgende items beoordeeld: plaagdieren, gebouw, hygiëne en toegang. Hieronder volgt een overzicht van de aspecten waarop deze items beoordeeld worden. Deze beoordelingen vormen de basis voor het plan van aanpak voor Gifvrij Plaagdier Management.

Alle elementen die overlast door plaagdieren of houtaantastende organismen kunnen veroorzaken en/of bevorderen, moeten in kaart worden gebracht. Hierbij worden de volgende items beoordeeld, afhankelijk van de situatie: plaagdieren, gebouw, hygiëne en toegang. Deze beoordelingen leggen uiteindelijk de fundering voor het plan van aanpak voor plaagdiermanagement.
Bij het beoordelen van de verwachting van potentiële plaagdieren zijn er verschillende factoren waarmee rekening gehouden moet worden:
Denk hierbij aan vervuiling, ophoping van productresten, kruisbesmetting, en de voorwaarden voor de aanwezigheid van plaagdieren of houtaantastende organismen, zoals temperatuur, luchtvochtigheid en schuilplaatsen. De omgeving heeft een belangrijke invloed op de te verwachten diersoorten. Denk hierbij aan andere diersoorten in de directe omgeving en de condities zoals voedselaanbod, schuilplaatsen, en de mogelijkheid om gebouwen te benaderen en binnen te dringen.

Bij het beoordelen van het gedrag van aanwezige en potentiële plaagdieren zijn er diverse aspecten die in overweging moeten worden genomen:
De risico’s die plaagdieren met zich meebrengen bepalen de prioriteit en de mate waarin de aanwezige en potentiële dieren werkelijk overlast veroorzaken. Hierbij zijn er zowel algemene als specifieke risico’s:
Naast de algemene risico’s moeten ook specifieke risico’s beoordeeld worden. Voor iedere situatie en organisatie kunnen er specifieke risico’s zijn, afhankelijk van het product en/of proces. Ook interne en externe eisen of brancheovereenkomsten kunnen voor een organisatie een risico definiëren.

De staat van de gebouwen en de invloed van de omgeving spelen een cruciale rol in het ontstaan en voorkomen van overlast door plaagdieren en houtaantastende organismen. Gebouwen bieden de leefomstandigheden voor deze plaagdieren en organismen. De volgende vragen zijn van belang:
Gecombineerd met bijvoorbeeld luchtvochtigheid, zijn dit belangrijke voorwaarden voor de aanwezigheid van plaagdieren en houtaantastende organismen. Het onderhoud van het gebouw draagt significant bij aan het vestigen of juist ontmoedigen van deze organismen. Preventief onderhoud voorkomt potentiële problemen en is een voorwaarde voor een goede implementatie van GPM.
Bij curatief handelen kunnen plaagdieren en houtaantastende organismen zich al gevestigd hebben, waardoor de problemen onnodig groot worden. Bij het uitvoeren moet voldoende kennis over de te verwachten plaagdieren en houtaantastende organismen aanwezig zijn om passende preventieve maatregelen te nemen.
Het budget voor onderhoud moet toereikend zijn om op de aangetroffen situatie te kunnen reageren. Ook de directe omgeving biedt mogelijkheden voor plaagdieren en houtaantastende organismen. Daarom moet worden beoordeeld of de directe omgeving bijdraagt aan het preventieve plan of juist de aanwezigheid van plaagdieren en houtaantastende organismen bevordert.
Het onderhoud van de verharding is belangrijk omdat een goed onderhouden verharding plaagdieren ontmoedigt. Het onderhoud van onverharde delen en tuinen moet gepland worden uitgevoerd, zodat potentiële plaagdieren niet naar het gebouw worden getrokken.
Ook de opslag van goederen, materialen, afval en dergelijke moet zodanig zijn dat plaagdieren geen mogelijkheden krijgen om de gebouwen te benaderen of binnen te dringen. Voor de vestiging van houtaantastende organismen zijn ventilatie en onderhoud belangrijke factoren. Activiteiten in de omgeving kunnen ook overlast door plaagdieren en houtaantastende organismen beïnvloeden. Daarom moet binnen GPM ook worden beoordeeld of er een potentieel probleem in de omgeving aanwezig is.
Hiervoor moet worden beoordeeld welke activiteiten de organisaties in de omgeving uitvoeren. Welke activiteiten zijn er, welke (dier)soorten zijn aannemelijk, welke producten bevinden zich in deze organisaties en welke diersoorten zijn te verwachten. De activiteiten van het geïnventariseerde bedrijf en de diersoorten in de omgeving bepalen of het om plaagdieren gaat en of er preventieve maatregelen nodig zijn.
De staat van de hygiëne geeft een aantal indicatoren voor overlast door plaagdieren en houtaantastende organismen. Vervuiling en productophopingen vormen voedselbronnen voor plaagdieren, maar ook persoonlijk gedrag en de betrokkenheid van personeel spelen een rol.

De hygiëne in gebouwen heeft te maken met:
Afval vormt een voedselbron en een schuilplaats voor plaagdieren, dus goede afvalverwerking is een belangrijke stap in het voorkomen van overlast. De diverse soorten afval bieden verschillende mogelijkheden voor het ontstaan en huisvesten van diersoorten. Het is noodzakelijk inzicht te hebben in de verschillende afvalstromen en hoe deze behandeld worden.
Hieruit volgen de potentiële risico’s die voortkomen uit de afvalstromen, en op deze risico’s moeten de beheersplannen gebaseerd zijn. Denk hierbij aan:
Met deze aanpak kan PestiNext, met 35 jaar ervaring in de voedingsmiddelenindustrie en HACCP en IPM certificering, je alle ondersteuning bieden op het gebied van hygiëne.



Voordat plaagdieren overlast kunnen veroorzaken, moeten ze eerst toegang hebben tot gebouwen en omgevingen. Daarom is het belangrijk om te onderzoeken hoe plaagdieren toegang krijgen. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten van belang:

Het gedrag van medewerkers kan ook van invloed zijn op de inkoop of insleep van plaagdieren en houtaantastende organismen. Denk hierbij aan de aanwezigheid van onbevoegden en de implementatie van procedures om plaagdieren te voorkomen. Hierbij moet je je afvragen:
Bij het voorkomen van insleep van plaagdieren en houtaantastende organismen is preventief onderhoud een belangrijke schakel. Ingangscontrole is hierbij van cruciaal belang.

Ook controles op effectiviteit en het melden van afwijkingen en schades zijn gewenst. Bij onderhoud van technische installaties, machines, luchtbehandelingsunits en andere installaties moet rekening worden gehouden met de preventie van plaagdierproblemen.
Bovenstaande items zijn richtlijnen en kunnen, afhankelijk van de situatie, meer of minder invloed hebben op het ontstaan van plaagdieren. Er kunnen ook situaties zijn die niet genoemd zijn, maar toch plaagdieren bevorderen. Het toepassen van de kennis van PestiNext kan hierover uitsluitsel geven.
Een goede Plaagdier Risico Inventarisatie (PRI) geeft informatie over het betrokken bedrijf en de directe omgeving en biedt inzicht in wat er speelt. Hieruit komt een plan van aanpak (PVA) voort. Dit plan beschrijft wat er moet gebeuren om conform de Gifvrij Plaagdier Management (GPM) methodiek te werken.

Als je serieus bezig bent met ongediertepreventie en -bestrijding, dan moet je echt eens een kijkje nemen bij PestiNext Pest Control Supplies. Of je nu een professionele ongediertebestrijder bent, een facilitair dienstverlener, een industrieel bedrijf, een webshop of welk ander bedrijf dan ook dat te maken heeft met ongewenste beestjes, PestiNext is dé groothandel voor jou. Bij ons vind je alles wat je nodig hebt om ongedierte op afstand te houden of te bestrijden, en dat alles met een laagste prijsgarantie.
Waarom zou je meer betalen als je bij ons topkwaliteit kunt krijgen voor minder? Meld je vandaag nog aan bij ons groothandelsportal en ontdek het gemak en de besparingen die je kunt behalen. Kom erbij en zie zelf waarom zoveel bedrijven kiezen voor PestiNext. Je zult er geen spijt van krijgen!
Maak gratis een B2B account aan en krijg toegang tot ons complete assortiment met groothandelprijzen en extra staffelkorting.
Maak een account